FIXI - NICOLAS GIRAUD - TEMPO TEMPO! ( A Tony Allen Celebration)

Artiest info
 
facebook

Label : La Familia
Distr. : Outhere Distribution Benelux

“Tempo Tempo” sprak de legendarische Tony Allen, een echte orkestleider achter de drums, de jonge Fixi en Nicolas Giraud toe, zo’n 25 jaar geleden toen hij hen vroeg hem te volgen in zijn uitzonderlijke ritme. Tony Allen was niet alleen hun geestelijke vader of mentor, hij was ook een vriend van Fixi en Giraud. De drie zouden elkaar ontmoeten teneinde hun vriendschap discografisch vast te leggen, maar Tony vertrok voortijdig om zich bij de sterren aan te sluiten op 30 april 2020. Even kort het een en ander over Fixi en Nicolas Giraud : accordeonist/pianist Fixi brak door in Frankrijk met Java en kreeg internationale erkenning met Winston Mc Anuff, hij speelde o.a. met Grace Jones en Keziah Jones. Trompettist Nicolas Giraud begeleidde een andere legende, Claude Nougaro en een rits aan verschillende artiesten van Angélique Kidjo tot Roberto Alagna en Manu Dibango.

Rond de bestaande opnames van Tony’s drumpartijen spelen Fixi en Giraud op hun instrumentarium, Fixi is te horen op accordeon, piano, synthesizer, keyboard en percussie, Nicolas op bugel, trompet, gitaar, bas, synthesizer, percussie en zang. Voorts zijn er diverse mensen uit hun muzikale familie uitgenodigd zoals Maia Barouh, Djeuhdjoah, de Nigerianen Ayo Netretiti en Fatal Rolling Dollar maar ook Tony Allen’s kleinzoon Tunji.

Het album gaat uiterst voortvarend van start met het titelnummer ”Tempo Tempo” en inderdaad de vaart zit er volop in, swingen geblazen. En onmiddellijk is het muzikale klimaat van dit album duidelijk en dat heeft vooral te maken met het ongeëvenaarde drumspel van wijlen Tony Allen. De accordeon geeft deze onweerstaanbare Afrobeat de nodige Franse kleuring, de zangeressen zorgen voor de nodige schwung. Ook in “Just want to be me” is er volop tempo door het razende drumwerk van Tony, er zijn enkele typerende uitspraken van hem gemixed in het nummer: “Nobody plays like me, I don’t play like anybody, I just want to be me”. In het swingende “La vie est belle” horen we de diepe warme stem van Djeuhdjoah, een prachtig nummer, een mix van Afrobeat, rap en chanson. In “La vie est belle” is er een superieure rap van Tunji Allen. Jazz meets Afrobeat, zo kun je de muziek van “79!” omschrijven, de beat van Tony en de jazz van het zwoele spel op de flugelhorn (bugel) van Giraud en het fraaie pianospel van Fixi. De accordeon is weer te horen in het luchtig swingende “Injera” met zang van Fatai Rolling Dollar die ons terugbrengt naar Afrika.

“Single Malt” is een treffende benaming van dit uiterst smaakvolle nummer dat wederom een geslaagde mix bevat van jazz (trompet plus piano), Afrobeat (slagwerk van Tony) en chanson (melodie en accordeon). “Esè Odò” met zang van Ayo Nefretiti is een sprookjesachtig geheel waarin Ayo afwisselend in het Engels en het Nigeriaans zingt, heel mooi. “Baby Cart” is ook weer een mooi staaltje van muziek die de geest verruimt zonder kwalijke bijwerkingen. Het album sluit af met “Patience, Endurance and Love”, een treffender benaming valt niet te verzinnen, enerzijds gezien de ontstaansgeschiedenis van dit album en anderzijds in ogenschouw nemend de pandemietijd waarin we leven. Muzikaal beantwoordt dit nummer helemaal aan de titel, relaxed, warm, maar wel met het ritme van Tony. Een ontroerend einde van een album dat ik nu al plaats in de top tien van 2021 (en hoog !).

Jan van Leersum.